Specifieke Situaties Kleineondernemersregeling

Man zit vol met vragen over specifieke situaties kleineondernemersregeling.

Welke specifieke situaties zijn er? © pathdoc/shutterstock.com

Specifieke Situaties Kleineondernemersregeling – Geen recht

In de volgende specifieke situaties kleineondernemersregeling heb je geen recht op de kor;

  • Landbouwers, veehouders, tuin- of bosbouwers die kiezen voor de normale btw-regels.
  • Verhuurders die kiezen voor belaste verhuur.

Ook al voldoe je aan alle andere voorwaarden en verplichtingen, in deze situaties heb je geen recht op de Kor.

Specifieke Situaties Kleineondernemersregeling – Verlegging

Ook zijn er in het geval dat je btw verlegd en/of dat er btw wordt verlegd naar jou specifieke situaties van toepassing. Hierbij gaat het om de volgende specifieke situaties;

onderaanneming en personeel uitlenen
afval en oude materialen
goederen of diensten afnemen uit andere EU-landen
import van goederen uit niet-EU-landen
diensten afnemen uit niet-EU-landen
executieverkopen
verkoop van goud
levering van onroerende zaken

Specifieke Situaties Kleineondernemersregeling – Welke btw/voorbelasting meerekenen?

Bij de berekening van jou korting voor de kleineondernemersregeling moet je rekening houden met welke bedragen je wel en niet moet meerekenen voor jou berekening van hoeveel btw je moet betalen na aftrek voorbelasting.

Je verlegd btw naar een ondernemer;

  • Het maakt niet uit of je btw hebt verlegd naar een ondernemer binnenland (aangifte 1e) en/of ondernemer binnen de E.U. (aangifte 3b) en/of ondernemer buiten de E.U. (aangifte 3a). Het gaat om jou totale verlegde omzet.
  • Bij berekening voor de btw aangifte hoef je over deze omzet géén btw te betalen, je hebt het immers verlegd.
  • Bij berekening voor de kleineondernemersregeling moet je de verlegde omzet wél meetellen als gemaakte omzet én de te betalen btw daarover. Dus hoewel je de btw niet hebt hoeven te betalen, telt de te betalen btw over jou omzet wel mee om je kor korting berekenen. (Zie Voorbeeld 1).

Er is btw verlegd naar jou;

  • Het maakt niet uit vanwaar er verlegd is naar jou, uit binnenland (aangifte 2a) en/of binnen eu (aangifte 4b) en/of buiten eu (aangifte 4a).
  • Bij berekening voor de btw aangifte betaal jij de btw over deze omzet en mag je hetzelfde btw-bedrag als voorbelasting aftrekken.
  • Bij de berekening voor de kleineondernemersregeling moet je de verlegde omzet naar jou niet meetellen als omzet én de te betalen btw daarover ook niet. De voorbelasting moet je wél meetellen in de berekening. Het was immers niet jou omzet, maar jij had wel btw kosten in Nederland. (Zie voorbeeld 2).

Specifieke Situaties – Voorbeeld 1.

  • Ondernemer (A) heeft als onderaannemer werk voor een andere ondernemer (B) in Nederland gedaan. Ondernemer A heeft hiervoor een factuur van € 10.000,- opgemaakt en de btw verlegd, op de aangifte is dit aangegeven bij 1E. (Verlegging is verplicht als onderaannemer)
  • Ondernemer A heeft verder bij andere klanten in Nederland een omzet van € 30.000,- behaald,op de aangifte is dit aangegeven bij 1A. Te betalen btw € 6.300,-.
  • Verder heeft ondernemer A op kosten een voorbelasting van € 5.000,-

Zo op het eerste gezicht lijkt het alsof ondernemer A recht heeft op de kleineondernemersregeling, € 6.300 – € 5.000 = € 1.300. Helaas voor ondernemer A is dit niet zo!! Dit komt omdat omzet die een ondernemer zelf verlegd óók mee telt!

 

1A

Leveringen/diensten belast met hoog tarief

€ 30.000,- € 6.300,-
1E

Leveringen/diensten belast met 0% of niet bij u belast

€ 10.000,- € 2.100,-
5A

Verschuldigde omzetbelasting (rubrieken 1 t/m 4)

  € 8.400,-
5B

Voorbelasting

  € 5.000,-
5C

Subtotaal

  € 3.400,-

Hieruit blijkt dat ondernemer A géén recht heeft op de kleineondernemersregeling want het te betalen btw bedrag is hoger dan € 1.883,- !!

Specifieke Situaties – Voorbeeld 2.

  • Ondernemer B heeft ondernemer A uit Nederland ingehuurd als onderaannemer en een factuur ontvangen van € 10.000,- met btw verlegd naar hem (btw 21% = € 2.100,-). Op de aangifte heeft hij dit aangegeven bij 2A en meegerekend bij de voorbelasting!
  • Ondernemer B heeft verder bij andere klanten in Nederland een omzet van € 30.000,- behaald,op de aangifte is dit aangegeven bij 1A. Te betalen btw € 6.300,-.
  • Op kosten bij andere ondernemers heeft ondernemer B € 3.300,- aan voorbelasting betaald.

Op het eerste gezicht lijkt het erop dat ondernemer B geen recht heeft op de kleineondernemersregeling. € 6.300 + € 2.100 = € 8.400 – € 5.400 = € 3.000,-. Dit is boven de € 1.883,- dus geen recht op… of toch wel?

1A Leveringen/diensten belast met hoog tarief € 30.000,- € 6.300,-
2A   Voor de Kor  berekening niet meetellen
5A

Verschuldigde omzetbelasting

  € 6.300,-
5B     € 5.400,-
5C     € 900

Hieruit blijkt dat ondernemer B wél recht heeft op de kleineondernemersregeling en bijbehorende aftrek, het te betalen bedrag na aftrek voorbelasting is immers lager dan € 1.883,-. Zelfs lager als € 1.345,- dus mag ondernemer B hetzelfde bedrag als vermindering bij de kor neerzetten. En hoeft per saldo dus niets te betalen.

Extra uitleg bij voorbeeld 2;

Voor de berekening en of je de kleineondernemersregeling mag toepassen moet je alle naar jou toe verlegde btw niet meetellen als omzet en te betalen btw, maar wel bij de voorbelasting. Waarom? Omdat het niet jou gemaakte omzet is maar die van een andere ondernemer, echter heb jij wel btw kosten gemaakt en zijn die dan ook aftrekbaar als voorbelasting.

Zo zie je maar dat er bij specifieke situaties kleineondernemersregeling niet alles op het eerste oog is wat het lijkt te zijn. Ga goed na of jij onder een van de specifieke situaties kleineondernemersregeling valt. En zo ja ga dan goed na hoe je berekend of jij recht hebt op vermindering volgens de kleineondernemersregeling

 

Meer over de kleine ondernemersregeling, lees hier, en bij vragen of opmerkingen neem contact met ons op.